Bilstain (Belgie) - ChaosBoyz
20 tot 23 juli 2001
Het is veel steiler dan je op de foto zou denken. Maar niet zo steil als het pad dat Arne en Olav namen. Dat ging maar net goed... Het begon zoals al dit soort weekeinden beginnen, met een stukje voorbereiden. Zorgen dat de Dodge terrein bereid is. In mijn geval betekent dit dat er hard gewerkt moet worden aan elektra, remmen en als verrassing op het laatste moment nog een rechterachterwiellager. Aangezien een handrem heel erg handig is in het terrein ben ik een week tevoren een belangstellend blik gaan werpen op de achterremmen. De complete voering rechts achter was van zijn schoenen gerukt en had ook nog hele mooie groeven achtergelaten in mijn trommel. Dat was de voering die ik er nota bene door de locale remmenboer twee maanden geleden nog op had laten maken voor de keuring, om daarna in Chateau de Cherimont effen lekker tekeer te trekken. Weer opnieuw naar de remmen man en opnieuw laten verzolen. Toen ik daags voor vertrek deze terugkreeg en wilde monteren, bleek het binnenste lager bij het rondraaien met de vinger een tenenkrommend gepiep te produceren en ook voelde het aan of de lagerschalen met schuurpapier bekleed waren. Dus nog snel even lagers halen. Hoe moeten die dingen er eigenlijk uit? Heb ik daar een pers voor nodig? Vanuit Haarlem maar snel even naar Utrecht, Off the Road Centre. Goede raad is duur, maar dat hadden ze wel. Met de juiste montage instructies en dure lagers weer terug naar huis. Mezelf ook nog getrakteerd op een HighJack, en wel die van 1.50 meter, want met die van 1.20 meter krijg je die Dodge toch maar nauwelijks uit de veren, toch? Donderdag avond 20.00 klaar, of nog maar even de differentiëlen op olie controleren Tjonge, jonge, bruine stinkende drab, dat kan niet goed zijn. Ook nog maar even vervangen.
Daarna nog de kampeerspullen achterin gegooid onder een zeiltje en een paar uurtjes geslapen, om s'ochtends 04:20 uur te vertrekken richting Dordrecht. Om 06:00 uur verzamelen is best wel vroeg. Mike met zijn Dodge, Tom zonder Nekaf, Sebas en Christel met hun Jeep, Arne met de K30, Olaf en Carolien met de Range Rover en Harry met zijn spiksplinter nieuwe Nissan KingCab waren mooi op tijd en toen als laatste Oscar en Berber in hun rode Dodge aansloten, konden we vertrekken. In konvooi.
Na wat elektrische probleempjes op de heenreis, hield ie zich prima in het terrein. Op een benzine- lekkage na dan... De heenreis verliep eerst voorspoedig. Met een gangetje van 90-100 boemelde we richting Bilstain. Bij Verviers (15 km voor het einde) sloeg het noodlot echter toe. Bij de Jeep gingen alle lichten, ruitenwissers en ontsteking uit. Vluchtstrook dus. Enig kunst en vliegwerk van Sebas ( sloop die zekeringkast er eens onderuit!) En we reden weer. Nu maar even Verviers in, vanwege de vluchtstrook en gebrek aan de juiste zekeringen. De route beschrijving, uitgedraaid van een of andere route planner (lang leven dit computertijdperk) voorzag niet deze detour en het was pas nadat we een tankstation bezet hebben, om een kaart van België te bemachtigen, dat we in de juiste richting weer verder konden. 7 van dit soort autos door het centrum van Verviers met allerhande stoplichten gaat ook niet helemaal vlekkeloos. Zo waren we Arne opeens kwijt. En dat terwijl hij als eerste auto reed . Met zn alle wachten en met behulp van het 27 MC bakkie contact houden. Toe Arne op zijn schreden terugkeerde bleek hij wel degelijk op de juist route te rijden, wij waren echter gewoon achterop geraakt. Zo heb je voordat je in het terrein zit al de nodige perikelen achter de rug.
Oscar en Olav vermaakten zich in elk geval prima in de blubber... Aangekomen in Bilstain volgde een -naar mijn smaak- wat dure inschrijving. Tijdens de voorbereidingen met telefonisch contacten vooraf, vonden we al dat de terreinbeheerder niet echt soepel en klantvriendelijk acteerde. Wilde we op vrijdag arriveren en pas maandag vertrekken, dan moest er voor de volle vier dagen de terreinrij-bedrag per auto betaald worden, (1000 bf) voor minder kon het niet, ook niet voor halve dagen. En dat terwijl andere terreinen daar juist soepel mee omgaan. Toen het uitgedeelde reglement ook nog sprak van een verbod voor autos boven de 2000 kg, sloeg de vertwijfeling bij sommigen (waaronder ik) toe. Konden we niet beter naar Chateau de Cherimont gaan? Daar waren we zeker weten welkom.. De nieuwsgierigheid naar dit onbekende terrein overwon onze twijfel, en nadat de beheerder ook had aangegeven dat onze Pick-ups wel het terrein in mochten schreven we in en konden het terrein op.
De ouders van Oscar kwamen ook een dagje kijken met hun Vitara. Dat hielden ze maar snel voor gezien ;-) Op het achterste grote terrein kamp gemaakt en eerst maar eens een verkennend rondje gereden. Dat viel niet tegen, van smalle paadjes met afgronden, veel bos, modderige vlakke stukken met veel diepe sporen. Ha! De eerste die vast stond was Olaf met zijn RR, die komt bodemspeling te kort. Een Dodge ervoor was niet genoeg, een tweede erbij en los. Daarna volgde een heuse lange klim op een rotspad. Het stortte van de regen, van die echt fijne slagregens die je doet bedenken dat een dicht dak in een auto wel erg lekker is. De meegenomen boogzaag bewees zijn diensten al gauw om een overhangend beendikke boomtak te verwijderen. Terwijl we voor aan stonden te zagen was Mike in zijn Dodge van het paadje aan het afglijden. Eerst spoelde zijn neus het pad af. Flink achteruit lukte uiteindelijk, maar bij vooruitrijden het pad proberen aan te houden, schoof vervolgens zijn achterkant in dezelfde bergafwaartse richting van het pad af. Gezekerd met een sleeplint om een boom en de trekhaak kon hij voorzichtig het zaakie weer recht krijgen. Iedereen intussen nat van de regen. Eenmaal boven gekomen even op adem gekomen en Oscar, die voor het eerst het terrein in was gegaan, feliciteren met zijn eerste rit. Spannend vond hij het wel, maar genoot intens. Na een heftige afdaling van 45 graden over een rotspad eenmaal weer beneden even door het modderige vlakke terrein geboenderd. De eerste verkenning van het terrein was goed verlopen en erg leuk. Harry, met zijn brandnieuwe KingCab (weliswaar zeer stoer voorzien van een prachtige lierbumper met Warn-lier) was wat blij dat hij had meegereden en nog niet zelf. Dit gaf nu net het inzicht dat hij daags erna zou gebruiken om eens voorzichtig wat terreinwerk te gaan verrichten. Sebas was ook nog zo zuinig op zijn Jeep dat hij eerst maar eens meegereden was, dit onder het mom van: er zit nog geen spatje modder onder en dat wil ik zo houden . Tja, wat moet je daar nou mee?
Oscar bleek een geweldige kok te zijn die ons meerdere malen per dag verwende met allerlei lekkers. s'Avonds een BBQ, die geheel verzorgt werd door Oscar. Chef-kok van beroep. Oscar heeft het gehele weekeinde voor de BBQ gezorgd en had zich ook voorbereid met een grote voorraad saucijzen, beenhammen, lamskoteletten, shaslic sticks e.d. Voor het eerst in mijn leven heb ik vlees gegeten van de BBQ dat niet verbrand was en bovenal verschrikkelijk lekker was. Het is ook nog een culinair weekeind gebleken. Wat kan die man koken. Gatverpiellekes, wat lekker. Vanwege de lange dag was iedereen vroeg in de tenten.
Olav had een mooi technisch stukje gevonden tussen bomen door, in en uit sporen, keren en draaien, lekker pielen. Ook erg leuk is het in twee sporen tegelijk, als een krab, zijwaarts vooruit te rijden. Het portierruitje open, armpje eruit. Het viel absoluut niet mee om met een Dodge op Hummers iets te doen wat erop leek. Veel steken en dat zonder stuurbetrachting met een draaicirkel van een 18 tonner. Poe poe.
Als je goed kijkt, kun je het rechterspoor met de auto zien. Ook hier geldt weer dat het steiler is dan de foto doet denken Vanuit een vlak stuk is er een brede, open helling met diverse sporen naar boven toe. In zijn geheel circa 45 graden en pakweg 50-60 meter omhoog. Ik had mijn zinnen gezet op het uiterst rechtse spoor. Dat ging goed tot zon 10 meter onder de top. Daar ging het pad over in meer dan 45 graden met grote rotsen. Naar beneden wilde ik niet meer. Gelukkig was Olav met zijn RR op een van de middelste sporen inmiddels naar boven weten te komen op eigen kracht en kon hij van bovenaf met sleeplinten helpen om het laatste stuk te overwinnen. Mike volgde met zijn Dodge op het rechterspoor en had dezelfde problemen om boven te komen. Nu kon ik hem helpen bij het laatste stukje. Het is niet alleen steil, maar ook nog eens hoog. Naar beneden kijken is geen aanrader voor diegene die hoogtevrees hebben. Daags erna heeft Arne laten zien dat hij wel het lef heeft om met zijn Chevrolet K30 datzelfde pad af te dalen. Het blijft echter erg hoog en dat eerste stuk toch wel erg steil. Toen ik moed stond te verzamelen om ook met mijn Dodge de afdaling te maken overtuigde Olav met zijn RR mijn dat ik het te spannend vond. Op dat zelfde hoge steile stuk kwamen bij hem beide achterwielen los en hij wist wel 4-5 meter alleen op zijn voorwielen af te leggen. Brrrr. Niet voor mij. Ik heb last van spontaan hoogtevrees.
Een tikje te enthousiast, die Mike. Zo maak je een flinke instap! Een afdaling naar een riviertje, doorwading en aan de andere kant eruit klimmen was meer een kolfje naar mijn Dodge. Probleemloos erin er eruit. Olav volgde en had wat moeite met eruit komen. Zijn net nieuwe zelf gemaakte achterbumper sneuvelde in de strijd. Mike volgde daarna met zijn Dodge. Zoals het een Dodge betaamt, hij kwam er probleemloos doorheen. Bij het uitkomen stuurde hij echter iets te ver naar links en parkeerde zijn Dodge over een grote kuil. Een onwelkome kennismaking met het dak van zijn Dodge bij het doorrijden van die kuil en een bult op zijn hoofd. Uitstappen: 1.50 meter naar beneden en hij stond tegen zijn side-bar aan te kijken. Kees en Jelle, voor een dagje overgekomen en bere enthousiast, in hun loodzware, afgeladen Toyota Landcruiser BJ45 (??)(RED: help, het type weet ik niet goed.) hadden ook geen moeite. Die dikke superwinch op de bumper hebben ze niet nodig gehad. Ook Kees met lightweight Landrover had zich bij de groep gevoegd en had er geen moeite mee.
Een Suzuki, die weer volgde heeft wel 10 minuten staan malen, tegen die helling op om de strijd uiteindelijk te moeten staken met een gebroken bladveer. Jammer.
Terug bleek een moeilijkere opgave. De Dodge stond vast en liep toch wat plaatschade op. Wat ook erg leuk is onder aan de helling is een klein modderbakje van drie meter, gevolgd door een bult van 1,5 meter. Eerst de bult over om daarna door de bak te ploegen vereiste wel wat voorbereidingen in verband met de breedte van de Dodge. Dus even de bak in met de schop om van de wanden wat af te steken. De eerste stappen bleef de modder nog onder de rand van de laars. De volgende stap niet, tsjee, dat was dieper dan ik verwachtte, ergens halverwege m'n knie en heup. Een met modder gevulde laars voelt niet echt lekker aan. Het modderbakje met succes doorgereden. Mijn rechterzijkant deukte weliswaar in, door dat hij langs de wand schuurde, maar deukte spontaan weer uit. Als dat lukte, dan moest terug ook door die bak gereden kunnen worden. Dit keer wel door de bak, maar met de buik op de bult vast. Een klein aanloopje en een rukje van Olav waren nodig om eruit te komen. Nu wel deuken, die er dit keer niet spontaan uitsprongen. Het wordt toch tijd dat ik serieus over side bars ga nadenken. Op het modderige vlakke terrein nog een trekwedstrijd met Mike gehouden. Na enig rondspinnen in de modder vonden beide Dodges al gauw de rotsbodem en rook het naar verbrand rubber terwijl geen van de Dodges vooruit kwam. Onbeslist. Ik dacht dat we klaar waren en stapte uit. Mike nog niet: slechts een reuze sprong mijn cabine in redde me van een tik van mijn openstaande deur. Daarna deden Arne met zijn Chevy en Mike het nog eens. Ook dit was onbeslist. Eerst toen Mike dacht dat ze klaar waren en alleen met zijn voet op de rem stond, kon Arne de Dodge met zich meetrekken. Dikke pret. In tussen was Sebas lekker toch die Jeep aan het vuil maken. Beheerst weliswaar, maar toch verder gaand als hij zich voorgenomen had. Die Jeep kan met zijn dikke V8, korte wielbasis en giga in- en uitloophoeken, op zn nieuwe banden, alles aan. Indrukwekkend.
Oscar kijkt gezellig mee hoe we het differentieel openmaken en tot de conclusie komen dat er e.e.a. is afgebroken. Gelukkig was er een goede afspuitplaats op het terrein en de Jeep kon, na de nodige muntjes, dan ook weer spic en span de terugreis aanvangen. Het is wachten totdat het nieuwe eraf slijt, dan zal Sebas wel weer wat serieuzer terreinwerk laten zien, verwacht ik. Zondagavond was de rust op het terrein weergekeerd. Niet alleen autos zijn toegelaten, maar ook motorfietsen. Die zorgen voor de nodige onrust door de hele dag in grote getale over het terrein heen te jakkeren. Af en toe heb je er bijna eentje op je motorkap. Toe het donker werd en we nog allen op het terrein waren hebben we nog een nachtrit gemaakt. Dat is ook een erg aparte ervaring. Eindelijk zijn al die showlampen boven op Oscars Dodge van nut. Zeeën van licht dat iedereen verblindt. Wat ook leuk is: even wachten met alle lichten uit, je ogen laten wennen aan de donkerte en dan gaan rijden, alleen met licht van de maan en de sterren. Dat gaat wonderwel goed, totdat je voorganger ergens voor moet remmen. Die rode remlichten staan dan direct ingebrand op je netvlies en je kan weer opnieuw beginnen met het laten wennen aan het donker. Met betrekking tot de mechanisch kant van het weekeinde konden we lekke benzinetanks constateren bij Oscar en Sebas. Beide tanks aan de bovenkant, dus geen steile hellingen meer op. De ruitenwisserarm bleek een draad bloot te schuren hetgeen de kortsluiting bij de Jeep van Sebas veroorzaakte. Zo waren er ook kleine problemen met lekkende automaten bij Arne en Olav, die ook nog last had van een warmlopende (olietemp) motor. Afkoelen en bijvullen. Ikzelf had op zondagnamiddag een kapot gereden voordifferentieel. Een tandje afgebroken in het binnenste planetaire stelsel. Op zondag avond nog een sleutelsessie om ervoor te zorgen dat we maandag naar huis konden. Een van de naafmoeren zat zo vast dat we diverse stukken gereedschap erop stuk getrokken hebben. Ook met een hamer en beitel slaan hielp niet.
Deze remvoeringen zijn totaal losgekomen. Over en uit. Maandagochtend nog speciaal een dop (maat 1 11/16", hadden ze niet, werd: 44) in Verviers gekocht. Dit mocht niet baten. De naafmoer bleef hardnekkig vast zitten. De klok kon er niet uit. Het verwijderen van de voorste aandrijfas bracht echter soelaas. Zonder aandrijfkrachten kon er gewoon mee gereden worden. Nog even achterremmen controleren, ook al omdat ik gehoord had dat ik mijn lagers te slap had afgespannen. De van brandnieuwe voering voorziene remschoenen hadden het wederom begeven: de stukken voering lagen los in de trommel. Gelukkig had Oscar nog zijn oude, niet geheel versleten, remschoenen bij zich, en die konden gemonteerd worden. Moraal van dit verhaal: als je terrein rijdt: koop originele remschoenen. Want goedkoop is duurkoop.
Het terrein is niet zo groot als Chateau de Cherimont, maar bied voldoende uitdagingen, de afspuitplaats is goed, de beheerder niet, al die rondrijdende motoren zijn bloed irritant, het gezelschap was meer dan super en gezellig. Te gek. Al met al een top weekeinde!
Auteur : Wouter
[ vorige pagina ]