Sclayn (Belgie) - ChaosBoyz
16 tot 19 augustus 2001
Vlak na onze laatste keer rijden in Bilstain was duidelijk geworden dat we allemaal weer vol energie zaten om binnen afzienbare tijd weer het terrein in Sclayn op te gaan zoeken. Zeker met dit mooie weer! Tijdens mijn vakantie in Italie heeft Arne de handschoen opgepakt, en heeft iedereen uitgenodigd voor een paar daagjes bij het Chateau. Jammer genoeg was de 'regeltermijn' wat aan de korte kant, en bleek dat de meeste uiteindelijk toch niet meekonden door werk of het niet klaar zijn van hun auto. Met Olav natuurlijk als uitschieter; hij is druk bezig om een andere Range Rover uit Duitsland te importeren!
Desondanks lieten we ons niet tegenhouden en besloten we met een klein groepje toch op pad te gaan. Donderdagochtend om 08.15 verzamelde Arne (met zijn rottweiler Glenn), Harry (in zijn zojuist verhoogde Nissan), Vera en ik ons bij het Texaco tankstation vlak na Dordrecht. Het was lekker rustig op de weg, en twee dagen ervoor had ik Sjefke gebeld om onze komst aan te melden. Hij was heel enthousiast en sprak zelfs af persoonlijk aanwezig te zijn om ons op te vangen. Top! Da's pas een hele andere benadering dan het 'management' van het terrein in Bilstain! We arriveerde rond een uurtje of twaalf en hebben op ons gemak het tentenkamp(je) opgezet. Net op tijd; want een halfuurtje later begon het te zeikregenen! Ondertussen hebben we dus maar de boodschappen gedaan voor het eten die avond...
De Nissan kan veel. Alleen heeft ie dan wel meer grip nodig dan met deze all-terrain banden... Sjefke had ons bij aankomst al verteld dat het terrein ditmaal erg goed begaanbaar was, en niet te moeilijk zou zijn. Kanonne, wat zat hij ernaast zeg! Heeft absoluut te maken met de stortbui natuurlijk, maar we hadden alledrie de grootste moeite om onze auto's uit de buurt van de bomen te houden; we gleden gewoon alle kanten op. Of we wilde of niet. Niet alleen was het terrein spekglad; de diepe sporen bleken hier en daar ook een enorme uitdaging te zijn geworden! De Dodge en de Chevy kwamen met de hakken over de sloot door een diep modderspoor, maar de Nissan op all-terrain banden haalde net het einde niet. En dat na een tiental minuten in het terrein! Gelukkig heeft Harry een supermooie lier op z'n Nissan zitten, die dus nu voor het eerst eens zijn diensten kon bewijzen. Echt geweldig zo'n ding! Harry vroeg zich verbaasd af waarom wij voor we het terrein ingingen hadden gezegd de 'simpele en gemakkelijke' route te nemen als verkenningstocht. Daar klopte dus geen ene moer meer van. Harry is een bikkel, dus we besloten toch gewoon door te gaan, en het pad achterlangs te volgen tot aan het mooie meertje waar Wouter de verleden keer met z'n Dodge strandde.
Tegen deze prut kan ook een Dodge niet op. Op een gegeven moment houdt het gewoon op. Sleeplintje dus maar... Eenmaal ter plaatse wilde Arne nog eventjes laten zien dat zijn Chevy de vorige keer zo gemakkelijk naar boven was geklommen op de bekende helling. Precies halverwege kwam z'n Chevy met een bonk tot stilstand. Huh? Stukje terug en nogmaals proberen. Bonk! Vaag... Dus maar weer achteruit naar beneden en eens gaan kijken. Wat blijkt? Halverwege steekt een stuk rots uit de grond, precies ter hoogte van zijn voordifferentieel. De gele verf van zijn differentieel was duidelijk te zien op de steen. Gelukkig was de schade beperkt, en zat er slechts een klein deukje aan de onderkant. We kregen allemaal honger, dus we besloten hetzelfde pad weer terug te nemen. Op een gegeven moment kom je bij een kleine helling bestaande uit losse stenen en daarnaast een andere helling van zand/modder. Bij de vorige keer in Sclayn was dit geen probleem, dus Arne nam de stenen helling omhoog. Vlak voor het einde verloor de Chevy echter z'n grip door de gladheid. Na diverse pogingen besloot Arne het op te geven en een alternatief te zoeken. Helaas bleek de naastliggende helling ook niet haalbaar en hadden we als enige optie nog de Nissan van Harry. Hij reed het stenen pad zo ver mogelijk omhoog en van daarvandaan bonden we z'n lier aan een boom. De nissan hees zichzelf gemakkelijk naar boven met het idee om daar onze Dodge en Chevy omhoog te gaan lieren. Ik besloot om ook zover mogelijk naar boven te rijden, maar tot mijn eigen stomme verbazing kwam ik niet alleen ver, maar ook met mijn voorwielen over de rand! Met een beetje manouvreren kwam ik uiteindelijk zonder veel problemen boven. Het blijft altijd een 'strijd' tussen het kunnen van de Dodge en de Chevy, dus nadat ik had geroepen dat het een kl*te-Chevy was, liet Arne dit niet op zich zitten en nam een aanloop... Luid brullend kwam de diesel net zover als ik met mijn Dodge, en haalde het uiteindelijk dus ook op eigen kracht naar boven...
Na deze overwinning vervolgden we onze weg terug naar het kamp. Onderweg kwamen we natuurlijk weer dat modderspoor tegen en besloten een alternatieve route te nemen. Arne stond te 'spelen' bij een stuk modder dat veel dieper was dan verwacht, en ik besloot weer een ander stukje te nemen. Dat was een foute gedachte, want ik had te weinig snelheid en reed mijn Dodge volledig vast in de prut. Ondertussen had Arne al weer een andere route gevonden en met een sleeplintje verricht je wonderen. Zonder echte schade bereikten we het kamp en zijn we lekker gaan barbeqeuen...
De Nissan stond stil, maar voor de zekerheid toch maar de lier gebruikt om de voorkant te borgen. Als ie gaat glijden is er een kans op omvallen. Het ging gelukkig goed. In de nacht van donderdag op vrijdag werden we onverwachts opgeschrikt door het geluid van quads vlak bij onze tenten. Het bleek een groep jongens te zijn die een nachtrit aan het maken waren op het speciaal voor hun uitgezette parcour vlak naast ons kamp. En we dachten nog wel dat het was verboden om 's nachts te rijden? Blijkbaar voor hun dus niet... De volgende dag besloten we het wat rustig aan te doen, en zijn we een wat andere route door het bos gereden. Ook hier kwamen we weer een aantal diepe sporen tegen, maar ze waren allemaal begaanbaar. Harry reed als laatste het modderspoor in, en raakte zo enthousiast dat zijn wagen bleef rijden, dat hij de door ons genomen afslag volledig miste en veel te ver doorreed. Afijn, maakt niks uit; hij kwam via een andere route gewoon weer terug. Daarvandaan besloten Arne en ik een stukje route te nemen dat er redelijk begroeid uitzag en adviseerde we Harry om maar eventjes te wachten tot we erdoorheen waren. Maar goed ook, want het werd redelijk smal (alhoewel hij daar met z'n Nissan weinig last van zou hebben gehad) en de takken waren scherp. Door het inklappen van de spiegels kwamen we in elk geval tot het einde, allebei weer wat littekens rijker op onze camouflage-lak. Niks voor de strakke, glimmende Nissan dus! We zijn gewoon teruggelopen naar Harry en we hebben hem door een alternatieve route begeleid. Eitje! Bij de terugkomst zijn we met z'n allen nog eventjes naar het dorp gegaan om bij de supermarkt inkopen te doen. Die rit over asfalt bleek overigens niet mee te vallen voor mijn Dodge! Boven de 40km/h begon hij zo te schudden dat ik Vera al verheerlijkt zag kijken ;-) Of er was iets stuk, of (aannemelijker) mijn banden zaten vol met modder! Dat laatste was gelukkig het geval. Eenmaal in de buurt van het terrein ben ik het meertje even ingereden in de hoop wat modder te verliezen. Jammer genoeg werkte dat niet, en heb ik het er later met een stok en een hogedrukspuit maar afgehaald. Eigenlijk zinloos (jaja, Arne, ik weet het...), maar het geeft gewoon een goed gevoel ;-)
Vrijdagavond rond een uurtje of half acht arriveerde Thom, Marianne en de andere rottweiler, Max. Thom kon geen vrij krijgen en had omstreeks vier uur Mar en Max opgehaald om toch een weekendje aanwezig te zijn in Sclayn. Supergezellig natuurlijk! Toch nog een beetje team-spirit! Helemaal leuk werd het toen Ton een uurtje later ook aan kwam scheuren in z'n Polo. Mooie slip trouwens op het gras ;-) Ondertussen waren we allemaal alweer bijna klaar met BBQen en was het tijd om de vuurkorf te voorzien van brandbaar materiaal... Tot diep in de nacht hebben we onze avonturen zitten vertellen en lekker bijgepraat.
Dit ging maar net goed zonder schade. Harry kon nog net z'n hand tussen het dak en de boom krijgen... 's Ochtends kregen we het voor elkaar om iedereen in de drie auto's te proppen en gingen we opnieuw het terrein in; hetzelfde pad als de eerste dag. Om de diepe moddergeul te ontwijken koos ik voor een naastliggend pad. Het was nog steeds glad, en vlak aan het einde van het pad was er een 'afstap'. De Dodge gleed weg en ik wilde uit reflex de boom waar ik naartoe gleed nog tegenhouden. Handig. Gelukkig miste ik de boom net en kon ik stapvoets verder. Harry wilde toch ook wel een poging wagen en deed hetzelfde. Iedereen hield zijn adem in toen ook zijn Nissan in het laatste stukje weggleed, en ook Harry probeerde zich af te zetten tegen de boom... Met zijn voet stevig op de rem kon hij nog net zijn hand tussen het dak van zijn Nissan en de boom krijgen. Kantjeboord. Elke beweging zou ertoe leiden dat de Nissan uiteindelijk toch onzacht in aanraking zou komen met de boom. Tijd voor een snelle oplossing dus. We besloten om de lier aan een boom vast te maken die rechtsvoor de Nissan stond. Met kleine rukjes kwam de Nissan op een veiligere afstand van de boom en kon hij uiteindelijk, geborgd door z'n lier, langzaam doorglijden ehh... rijden. We konden het zweet op z'n voorhoofd zien. Geeft niks; als ik zo'n nieuwe auto had gehad in een soortgelijke situatie, had ik ook een schone onderbroek moeten aantrekken ;-)
Jammer genoeg staat de Jeep hier al bijna weer op z'n pootjes na zijn mislukte poging boven te komen. Verderop bij het meertje waren een aantal Duitsers bezig om de welbekende helling te nemen. Hier kon je duidelijk verschillende technieken en tactieken zien, dus zijn we eventjes geboeid blijven kijken. Zelfs een mooie dame in een Nissan Patrol durfde de uitdaging aan en reed met een knal tegen hetzelfde rotsblok als Arne twee dagen ervoor. Ze was echter niet bang en herhaalde het uiteindelijk nog twee keer om met veel geweld over het blok heen te stuiteren. Dat kan dus ook. Vlak na haar volgde een Jeep. Die probeerde met zijn linkerwielen op de wand te blijven en vlak bij het rotsblok zakte hij vervaarlijk opzij. Hij stond zo schuin, dat de benzine al uit z'n tank begon te lopen en de Jeep balanceerde op zijn rechter wielen. Een aantal vrienden snelde dichterbij en hielden hem vast opdat hij niet kon omvallen. Aan de ene kant gelukkig voor de Duitsers, aan de andere kant jammer voor ons; had wel een leuk stukje film opgeleverd ;-) vanwege het mooie weer hadden we allemaal dorst gekregen dus zijn we snel teruggereden naar het kamp. Het leek Arne een goed idee om de diepe moddergeul nu eens de andere kant op te nemen. De Chevy baggerde zich een weg door het beginstuk dat al aardig diep was geworden, en kwam in eerste instantie tot stilstand tegen het laatste stukje. Met wat behendigheid en dieselpower kwam Arne boven. Nu ik. Dat viel echter niet mee. Het eerste stukje ging weliswaar gemakkelijk dan de Chevy, maar het laatste stuk bleek uiteindelijk onneembaar voor mijn Dodge. De trekhaak (wat een vreselijk onding is dat) werkte als een full-time ploeg en verhinderde het nemen van de laatste bult. Ondanks het vele graafwerk van Ton lukte het niemand om de Dodge eruit te krijgen. Hup, daar kwam het sleeplintje weer. Ik heb geloof ik in mijn offroad-periode nog nooit zo vaak in drie dagen vastgestaan!
Hetzelfde punt als waar de Nissan de eerste dag vaststond. Nu alleen vele malen dieper en modderiger. Zelfs voor een Chevy... Het laatste ritje van die dag zouden we doen zonder Harry z'n Nissan. Hij reed wel nog eventjes met ons mee, maar hij wilde rond vijf uur weer vertrekken naar huis om zondag zijn auto weer toonbaar te kunnen maken voor zijn werk. Op de één of andere manier had die stomme moddergeul een enorme aantrekkingskracht op ons, want opnieuw wilde Arne hem een keertje proberen. Nu vanaf de makkelijke kant. Daar waar hij eerder die dag met veel geploeter doorheen kwam, liep hij nu echter volledig vast. De Chevy kon alleen nog maar een paar meter voorruit en een paar meter achteruit. Omdat het vaststaan in zulke dikke prut nooit een lolletje is voor je auto (alles zit in de modder), besloot ik snel een ander pad bovenlangs te nemen. Nou ja, snel... Er stonden een aantal boompjes in de weg waar mijn Dodge eigenlijk net te breed voor was. Doordat Thom met zijn volle gewicht de boompjes een beetje opzij kon duwen, kon ik er net langs. Helaas niet geheel zonder schade; een 30cm lange deuk in mijn voorscherm/deur. Het nam niet meer dan een paar rukjes ;-) om de Chevy los te krijgen. Wat zag dat ding eruit zeg! Daarna zijn we een leuk pad verder gereden waarbij we eigenlijk geen onneembare hindernissen meer zijn tegengekomen. Wel zagen we een bizar spoor vol met groen water. Bij het opmeten van de diepte leek het ons niet verstandig het te proberen. Tenzij je een snorkel bij je had gehad... Eenmaal terug in het kamp hebben we afscheid genomen van Harry en hebben we het voor gezien gehouden die dag.
Zo ziet modder er in Sclayn uit ;-) In eerste instantie wilden we toch nog wel een rondje maken door het terrein op zondagmorgen, maar het zou wel eens kunnen gaan regenen en we wilden voor die tijd wel de tenten ingepakt hebben. Gelukkig kwam het niet zover. Rond een uurtje of één zijn we maar gaan rijden richting huis. De meeste van ons moesten de volgende dag weer werken. Ondanks de verminderde opkomst hebben we het reuze naar onze zin gehad, en hebben we gelijk gezien dat dit terrein ook hele speciale eigenschappen heeft. Droogte betekent een leuk en begaanbaar terrein, maar regen betekent zwaar en glibberig. Dat maakt Sclayn voor ons weer een van de populairste terreinen. En met een hele vriendelijke beheerder! Ze zullen ons zeer zeker weer terug zien volgend jaar.
Auteur : Mike
[ vorige pagina ]